HomeArtikelJonge Vitaz artsen ontwikkelen klinische kwaliteitsindicatoren ter waarborging van eigen continu zorgkwaliteitssysteem

Jonge Vitaz artsen ontwikkelen klinische kwaliteitsindicatoren ter waarborging van eigen continu zorgkwaliteitssysteem

Gepubliceerd op maandag 16 december, 2024

  • Adequate darmvoorbereiding aan de hand van de Boston Bowel Preparation Scale

Dr. Philip Nieberding:
Binnen Vitaz hebben wij er samen met het bestuur en onze artsen na een eerste zeer geslaagde accreditatieronde voor geopteerd om niet direct voor een volgende accreditatiecyclus te gaan, maar in te zetten op de ontwikkeling van een eigen kwaliteitssysteem, gebaseerd op eisenkaders van de Vlaamse Zorginspectie en jaarlijks aangevuld met 5 eigen Vitaz+ normen. De ademruimte voor de organisatie die hierdoor vrijkomt, benutten wij voor een ziekenhuisbreed project rond Customer Excellence, waarbij wij samen met Qualicor Europe ambiëren om een normenkader te ontwikkelen dat ISQua erkend is. Daarnaast zetten wij in het bijzonder binnen het medisch departement in op het werken met klinische kwaliteitsindicatoren.

Alle artsen starten binnen Vitaz met een contract van bepaalde duur (twee jaar). Bij hun evaluatie voor het einde van de eerste twee jaar in het ziekenhuis moeten onze jonge artsen twee klinische kwaliteitsindicatoren of kwaliteitsprojecten voorstellen aan het evaluatiecomité samengesteld uit een delegatie van artsen uit de medische raad en bestuurders. Wij vinden het in Vitaz van primordiaal belang dat onze jonge collega’s van bij hun start in het ziekenhuis leren om de kwaliteit van de verstrekte zorg kritisch op te volgen, te spiegelen aan nationale en internationale benchmarks en waar nodig verbeteracties in te stellen. Dit is trouwens de essentiële gedachtegang binnen elk kwaliteits- en accreditatiesysteem.

Dr. Heleen Thierens:
Bij aanvang is het heel overweldigend om als net startende arts ook een kwaliteitsindicator uit te werken. Je hebt nog weinig connecties in het ziekenhuis en je kent het reilen en zeilen nog niet. Anderzijds is het fijn dat je als nieuwe collega de kans krijgt om een eigen inbreng te doen binnen de dienst en het ziekenhuis. Naast de hulp die ik kreeg van mijn diensthoofd, dr. Charlotte Stolte, vond ik ook connectie met een jonge collega van de dienst orthopedie, Dr. Loïc Vercruysse, die langs zijn kant zijn collega’s tracht warm te maken voor dit kwaliteitsproject.

Dr. Philip Nieberding:
Vanuit het ziekenhuis trachten wij onze jonge artsen hierbij uiteraard maximaal te ondersteunen en kunnen zij steeds beroep op alle experten inzake beleidsinformatie, Q&S, EPD en staffuncties om te vermijden dat dit vervalt tot een administratieve taak. Ook vanuit het bestuur, de medische diensthoofden en de medische raad wordt dit initiatief ten volle ondersteund en worden onze jonge collega’s geregeld uitgenodigd om hun indicatoren te komen toelichten.

Dr. Charlotte Stolte:
Sinds september 2023 heeft de dienst anesthesie zich uitgebreid naar ondertussen 30 anesthesisten, een grote equipe met veel verschillende karakters, gewoontes en een grote variatie aan interessegebieden. De start van nieuwe collega’s is telkens een opportuniteit om aan continue verbetertrajecten te werken. Wij hebben de laatste jaren dan ook diverse kwaliteitsindicatoren op de agenda gezet. Ook onze jonge collega’s nemen hierbij een actieve en dynamiserende rol op!”

Dr. Manu Rabaey:
Het ontwikkelen van een klinische kwaliteitsindicator als jonge arts zorgt ervoor dat je op een kritische manier kijkt naar de wijze waarop je je werk uitvoert en patiënten behandelt. Je denkt meer na over processen of manieren om de patiëntenzorg nog verder te optimaliseren. Ik besef dat bij het uitvoeren van een groot aantal procedures, zoals onze locoregionale blocks, het bijna onvermijdelijk is dat er af en toe complicaties opduiken. Het is onze taak deze kans zo klein mogelijk te houden en de opgetreden complicaties zo goed mogelijk op te volgen. We kunnen met trots besluiten dat we het even goed tot beter doen dan de cijfers die terug te vinden zijn in de literatuur.

Dr. Jana Van Laethem:
Het is een goed initiatief dat we worden betrokken bij het verbeteren van de kwaliteit van zorg in het ziekenhuis. Het is uiteraard niet gemakkelijk om te starten in een voor mij ongekend ziekenhuis waar ook niemand mij kende. Om dan meteen de vraag te krijgen om mee te helpen aan verandering was een hele uitdaging. Dagelijks werd ik reeds geconfronteerd met de safe surgery checklist. Door hiermee aan de slag te gaan, begon ik meer aandacht te besteden aan mogelijke werkpunten. Ik ging hierover in gesprek met collega’s, zowel anesthesisten, chirurgen als verpleegkundigen om op die manier de mogelijke problemen te identificeren. Ik werk hiervoor samen met de OK-verpleegkundigen, waardoor ook hun input meegenomen wordt bij het accuraat opvolgen van checklijsten. Door onze leidinggevenden, dr. Stolte en hoofdverpleegkundige Jana Van Laere worden wij hierbij intens ondersteund.

Dr. Philip Nieberding (lacht):
Ik zie initieel sommige jonge collega’s wel eens bedenkelijk kijken wanneer ik bij hun start deze opdracht toelicht, maar het is bijzonder inspirerend om te zien welke enthousiaste dynamieken ontstaan eens zij aan de slag gaan met de klinische kwaliteitsindicatoren en hoe zij binnen hun diensten kwaliteits- en verbeterinitiatieven opzetten die gedragen worden door alle artsen binnen hun dienst.

Dr. Hans Dedecker

Gastro-enterologie

Dr. Heleen Thierens

Anesthesie

Dr. Manu Rabaey

Anesthesie

Dr. Jana Van Laethem

Anesthesie

Dr. Charlotte Stolte

Medisch diensthoofd anesthesie

Dr. Philip Nieberding

Medisch directeur