Neurochirurgie AZ Nikolaas initieert multicentrische prospectieve studie ter karakterisering chronische lage rugpijn op basis van facetgewrichtslijden

Gepubliceerd op donderdag 18 maart, 2021

De diensten neurochirurgie, fysische geneeskunde, medische en moleculaire beeldvorming en het multidisciplinair pijncentrum van het AZ Nikolaas slaan de handen in elkaar met de diensten neurochirurgie, orthopedie, fysische geneeskunde en de pijnkliniek van het Universitair Ziekenhuis Antwerpen om een prospectieve observationele studie rond facetgewrichtslijden op te starten.

Diagnostisch SPECT-CT onderzoek waarbij op de ‘whole body’ scintigrafie (rechtsonder) een ‘hotspot’ wordt gezien. Na fusie met de tomografische beelden wordt deze hotspot gelokaliseerd ter hoogte van het facetgewricht op niveau L5-S1 aan de rechter kant. Door de zichtbaarheid van verhoogde traceropname op de ‘whole body’ scintigrafie wordt dit geklassificeerd als een graad 2 ‘hotspot’.

Chronische lage rugpijn (Chronic Low Back Pain of CLBP) is een aandoening die ongeveer 50% van de bevolking op een bepaald moment in het leven treft. De oorzaak is vaak niet te achterhalen en de aandoening wordt dan geklasseerd onder de noemer van aspecifieke chronische lage rugpijn (non-specific CLBP). Een mogelijke pijngenerator bij deze non-specific CLBP zijn de lumbale facetgewrichten. Het aanduiden van de facetgewrichten als oorzakelijke factor van de pijnklachten is tot op heden echter moeilijk gebleken. Met deze studie wensen wij meer inzicht te verwerven over de rol van deze facetgewrichten in de pathogenese van aspecifieke chronische lage rugpijn.

Patiënten boven de leeftijd van 18 jaar met niet-specifieke lage rugpijn gedurende minstens drie maanden en zonder opvallende voorgeschiedenis of neurologische uitval komen in aanmerking voor de studie. De pijn dient zich te situeren ter hoogte van de lage rug en kan eventueel beperkt uitstralen naar de benen. De patiënten worden eerst gezien op de diensten fysische geneeskunde, orthopedie of neurochirurgie waar aan de hand van een specifieke testbatterij geassocieerde pijngeneratoren worden uitgesloten. Vervolgens worden de patiënten doorverwezen voor een MRI lumbale wervelkolom, een SPECT-CT en een diagnostische facetinfiltratie en zal hen gevraagd worden bepaalde vragenlijsten in te vullen.

Deze prospectieve multicentrische studie heeft als doel de correlatie tussen de klinische diagnose van vermeend facetgewrichtslijden, de resultaten van geavanceerde multimodale beeldvorming (MRI en SPECT-CT) en de resultaten van een diagnostische facetinfiltratie na te gaan. Zo zullen we ons een beter beeld kunnen vormen van dit ziektebeeld. Het definitieve protocol wordt binnenkort voorgelegd aan het Ethisch Comité van het Universitair Ziekenhuis Antwerpen.

prof. dr. Erik Van de Kelft

Diensthoofd neurochirurgie

dr. Dieter Thijs

Neurochirurg in opleiding