Scabiesproject Sint-Niklaas in samenwerking met dienst dermatologie

Gepubliceerd op maandag 7 maart, 2022

Het onderwerp scabiës duikt de laatste maanden met de regelmaat van de klok op in de pers. Ook de ‘epidemie’ in de regio Sint-Niklaas bleef niet onopgemerkt, al is het probleem niet nieuw. Een toename van het aantal gevallen is er zeker, maar niet alleen in onze regio. Vitaz werkt hierrond al samen sinds 2020 met wijkgezondheidscentrum (WGC) De Vlier en de stad Sint-Niklaas. Dit initiatief werd opgepikt door de pers, waardoor de indruk gewekt werd dat enkel hier een epidemie is.

Ann Martens en dr. Véronique Goeteyn

Scabiës is een infectieziekte veroorzaakt door de parasiet Sarcoptes scabiei. De aandoening veroorzaakt bijzonder veel jeuk en is heel besmettelijk. De incubatietijd bedraagt gemiddeld vier tot zes weken, wat een belangrijke impact heeft op de therapie. Het volstaat niet om alleen de patiënt te behandelen. Ook alle personen die in nauw contact leven met de patiënt moeten worden behandeld, onafhankelijk van het al dan niet vertonen van symptomen. Daarbij is het ook noodzakelijk om de leefomgeving van de patiënt grondig aan te pakken. Zorgvuldigheid is een kernwoord in de arbeidsintensieve therapie van scabiës.

In 2018-2019 werden we op de consultatie en op de kinderafdeling geconfronteerd met hardnekkige casussen, waarbij we de infectieziekte niet onder controle kregen. Gaandeweg leerden we dat het hier vaak om heel complexe situaties ging: grote gezinnen, meerdere generaties onder één dak, gezinnen in nauw contact, een belangrijke taalbarrière en beperkte financiële mogelijkheden. Al deze factoren zorgden voor therapiefalen. Inschakelen van thuisverpleging was onvoldoende. We hadden nood aan meer. Er werd contact genomen met de Stad, die projectsubsidies kon vrijmaken uit het lokaal armoedeplan. Hierdoor kon een coördinator van het scabiësproject aangesteld worden. Dit is een sociaal verpleegkundige van WGC De Vlier die zich een aantal uren per week inzet om deze complexe situaties te begeleiden. Het betreft dus een patiëntondersteunend project, volledig kosteloos voor de getroffenen. We proberen hiermee de infectieziekte snel onder controle te krijgen en te zorgen dat er geen grotere uitbraken ontstaan.

Welke acties worden ondernomen?

Patiënten kunnen aangemeld worden via zorgprofessionals binnen ons project. De coördinator zal vervolgens contact opnemen met de patiënt. Deze patiënt worden uitgenodigd voor een gesprek, waar ze uitleg krijgen over de aandoening en de behandeling. Indien nodig kan een tolk ingeschakeld worden. Op dat ogenblik worden ook de nauwe contacten van de patiënt bevraagd en wordt er gezorgd dat alles wat nodig is voor de behandeling wordt opgelijst en verzameld, zoals voorschriften voor de behandeling van nauwe contacten, voorschriften voor thuisverpleging voor de kinderen, er wordt bekeken hoe het wasgoed kan aangepakt worden, enzovoort. Heel vaak gaat de coördinator op huisbezoek om ter plaatse de situatie te bekijken en aan te duiden wat er moet gebeuren.

In 2020 werden 31 patiënten aangemeld (194 te behandelen personen), in 2021 63 gevallen (470 te behandelen personen) en in 2022 zitten we eind februari aan een aanmelding van meer dan 25 gevallen. Let wel, dit zijn enkel complexe gevallen waarbij er onvoldoende ziekte-inzicht en/of financiële middelen zijn.

De beste behandeling

Binnen de projectgroep focussen we ons ook op de opvolging van het therapiebeleid. Hierdoor zijn we tot de constatatie gekomen dat er heel vaak een therapiefalen is met permethrine, hetgeen de eerste keuzebehandeling is volgens de richtlijnen. Dankzij ons project hebben we compliance problemen grotendeels kunnen uitschakelen als factor in het therapiefalen, maar blijkt resistentie de limiterende factor te zijn in het genezingsproces. Wij zetten nu volledig in op behandeling met benzylbenzoaat, waar veel betere resultaten mee behaald worden. Deze informatie heeft ook Domus Medica en het Agentschap Zorg en Gezondheid bereikt. We merkten namelijk op dat veel hulpverleners in de eerste lijn met vragen zitten rond de behandeling. Hiervoor heeft de projectgroep in samenwerking met enkele artsen patientenfiches uitgewerkt en werd een webinar gehouden voor de Huisartsenkoepel Waasland. De webinar werd nadien ook opgenomen, waardoor deze verspreid kan worden naar andere hulpverleners die met de materie geconfronteerd worden (apothekers, thuisverpleegkundigen, schoolartsen,…).

Geïnteresseerden kunnen de webinar onderstaand bekijken:

In Sint-Niklaas zijn we dus al veel langer bewust van een probleem met scabiës. Het patiëntondersteunend project is hiervoor al zeer waardevol gebleken om complexe gevallen onder controle te krijgen en epidemische uitbreiding te voorkomen.

dr. Véronique Goeteyn

Medisch diensthoofd dermatologie Vitaz