Start multidisciplinair overleg Pneumologie & Medische en Moleculaire Beeldvorming
Gepubliceerd op vrijdag 22 februari, 2019
Sinds enkele jaren wordt binnen de dienst longziekten een wekelijks overlegmoment georganiseerd waar enkele van de meest uitdagende casussen binnen de dienst besproken worden. Dit zorgt voor een continue prikkeling en een blijvende vorming onder ons artsenteam. Dit komt de zorg van de patiënt alleen maar ten goede.
Tijdens deze overlegmomenten komen wij af en toe in aanraking met uitdagende radiologische beelden. Enkele leden van ons team kwamen door ervaring in Nederland reeds in aanraking met het concept waarbij een gespecialiseerd radioloog op geregelde tijdstippen de meest uitdagende beelden mee bekijkt. De geheel andere probleemaanpak vanuit radiologisch perspectief betekende daar een echte meerwaarde. Dit prikkelde de dienst om na te denken hoe dergelijk concept kan opgestart worden binnen AZ Nikolaas. Rond diezelfde periode startte radioloog dr. Naïm Jerjir op in het ziekenhuis.
“ It’s better to have a great team than a team of greats.”
Voor dr. Jerjir waren multidisciplinaire overlegmomenten nagenoeg dagelijkse routine tijdens zijn residentschap thoracale radiologie in Parijs. Elke (sub)specialist kon een belangrijke bijdrage leveren aan een uitdagende casus, waardoor ze er als team in slaagden om diagnostische puzzels tot een goed einde te brengen. Radiologie speelt in de thoraxpathologie een relatief grote rol gezien het belang van de distributie van de afwijkingen met betrekking tot het opstellen van de differentiaaldiagnose, zeker bij interstitiële longpathologie en bij overige niet-focale pathologie. Er is dus nood aan een andere manier van denken dan in de andere lichaamsdelen, met name het herkennen en analyseren van bepaalde diagnostische patronen.
Wanneer de vraag kwam vanuit dr. Pieter Goeminne om dergelijk overlegmoment in te plannen, was dr. Jerjir meteen overtuigd. Momenteel worden gemiddeld twee overlegmomenten per maand ingepland om complexere beeldvorming te bespreken, naast de overige technische en klinische bevindingen. Het is een ‘win-win-winsituatie’: de patiënt wordt beter geholpen, de longartsen verwerven meer inzicht in thoracale beeldvorming en dr. Jerjir leert bij over de correlatie tussen beeldvorming en kliniek.
Deze samenwerking heeft reeds een belangrijke meerwaarde betekent voor de patiënt. De diagnostiek verloopt gerichter en het differentieel diagnostisch veld krijgt soms andere prioriteiten. In deze tijden van verdere subspecialisatie is dit natuurlijk een absolute must. De betrokken artsen zijn alvast laaiend enthousiast over deze samenwerking en misschien komen er in de toekomst nog andere disciplines bij.